• RECENTLY PUBLISHED

Annemarie Enters

~ PUBLISHING, WRITING, PIANO, PORCELAIN PAINTING, PHOTOGRAPHY

Annemarie Enters

Monthly Archives: March 2016

CAMPARI, nieuw kort verhaal

25 Friday Mar 2016

Posted by annemarieenters in Uncategorized

≈ Leave a comment

Nick keek voldaan. Op zijn rekening zou binnenkort 11 miljoen staan. Hij had een mooi contract gekregen, getekend en wel. Over een uur moest hij voor de show nogmaals zijn handtekening zetten op de overname papieren. Fotografen zouden dit op de persconferentie vastleggen. Hierna stond een champagne partij op het programma, aangeboden door het computer concern Eureka dat zijn uitvinding had gekocht.
Zijn gedachten gingen terug aan die bewuste avond, de laatste dag toen Carol en hij nog samen waren…
‘Zo Nick, zit je alweer achter je computer? Moeten jullie niet eens gaan cashen? Ik word gek van dat getik. Je verpest je leven door al dat werk. Als je nu niet ophoudt, ga ik bij je weg. Zo knap ben je ook niet. Bert denkt hier anders over.’
Carol stond in haar uitgaansjurkje met een glas Campari in haar hand. Nick bromde enkele onverstaanbare woorden. Hierop kwam ze heupwiegend op hem af, draaide zich om en goot het bijna volle glas uit over zijn toetsenbord.
Zijn laptop siste en het scherm werd zwart.
‘Goddomme Carol, wat heb je nu gedaan. Ik maar werken voor jouw dure tassen en nu is mijn hele programma naar de verdommenis.’
‘Zeg maar gerust naar de kloten,’ giechelde ze.
Nick werd razend. ‘Eruit. Ik wil je nooit meer zien.’
‘Ik ga al, als je dit niet van mij kunt hebben, hou je niet echt van mij.’ Carol pakte haar spullen en na een uur hoorde Nick een klap van de voordeur. Met zijn handen door zijn haar wrijvend riep hij tering wijf. Hij pakte een stuk keukenrol en probeerde zo veel mogelijk te redden. Gelukkig had hij op de batterij gewerkt toen Carol de Campari goot, anders had hij nog kortsluiting kunnen krijgen. De Campari werd plakkerig. Nadat hij het toetsenbord eruit had gelicht pakte hij een doekje met spiritus om de drank te verwijderen. Met een oude penseel kwam hij een heel eind. Met water maakte hij de rest schoon. Hij pakte de föhn die Carol in de badkamer had laten liggen en blies hiermee het toetsenbord droog. Gefascineerd bekeek hij de kleine contactjes en vroeg zich af of er een manier bestond om dit soort euvels, meestal was het koffie, te kunnen vermijden.
Carol zocht troost in de armen van zijn partner Bert Jefferson met wie hij 20 jaar geleden, net zoals veel computer whizzkids, in een garage een bedrijfje begonnen was. Hun zaakje liep redelijk. Ze huurden na 5 jaar een etage op een goede locatie. Toen Carol van hem wegliep, betekende dit het einde van de samenwerking met Bert.
Bert kocht hem uit. Met de gekregen drie ton plus eigen spaargeld, zette Nick zijn eigen bedrijfje op. Hij had al langer met het idee gespeeld om fouten uit bestaande systemen te halen en het door Campari verwoestte toetsenbord, bracht hem op het idee om hiermee iets te gaan doen. Legio computers werden verwoest door koffiedrinkende medewerkers, al wist iedereen dat je geen drank op je bureau moest zetten wanneer je computer aanstond.
Hij veranderde zijn woonvertrek in een laboratorium, kocht een aantal oude laptops en experimenteerde met diverse producten om een speciale coating aan te brengen tussen het toetsenbord en de elektrische contactjes die zich hieronder bevonden. Een hele reeks producten, zelfs haarlak kwam eraan te pas voordat hij de methode had gevonden. Zoals met alle grote uitvindingen, bleek de oplossing uitermate simpel.
Tijdens een grote reclame campagne van een van de giganten op computergebied, had de marketingman had wel oren naar Nicks uitvinding. Het kon bedrijven een aardige duit doen besparen en daarvan maakte de man dankbaar gebruik in zijn succesvolle campagne. De verkoop schoot omhoog.
Hij liep Bert tegen het lijf in een computer groothandel, waar ze samen de nieuwste modellen bekeken en hij kon niet nalaten om zijn vriend hiervan op de hoogte te stellen.
Nick was tevreden met die 11 miljoen, al begon Bert op hem te foeteren dat hij een sufferd was om niet eveneens een winstpercentage te bedingen.
‘Bert, ik had toch geen idee dat het zo goed zou gaan lopen? Beter een vogel in de hand, weet je wel.’
Bert gromde een beetje.
‘Zeg, hoe is het met jou en Carol?’
Bert zuchtte. ‘Ze is er met een ander vandoor. Die griet zat alleen maar achter geld aan. Hoe jij het nog zolang met haar hebt volgehouden is mij een raadsel.’
Plotseling moesten ze samen hard lachen. Het was weer net als vroeger, toen ze met hun bedrijfje begonnen. De mensen in het gebouw keken verschrikt op. Bert trok Nick aan zijn mouw, terwijl hij fluisterde. ‘Nick, mag ik nu bij jou aankloppen? Zullen we weer samen iets gaan opstarten?’
Nick keek Bert uit de hoogte aan en zei op een gemaakte toon, ‘Jij durft, zeg.’
Even was Bert verbouwereerd, tot hij Nick hoorde zeggen, ‘Oké. Ik stort je die drie ton wel terug.’
Ze liepen automatisch, net zoals vroeger naar de kroeg om een biertje te drinken. Niemand, behalve Bert, was op de hoogte van zijn contract met Eureka.
‘Kom je ook op de champagne partij? Ik nodig jou daarvoor persoonlijk uit.’
‘Moet ik mij daarvoor in het goeie goed?’
‘Je doet maar, ik ga strak in het pak en ik laat mijn haardos trimmen.’
‘Toe maar.’
Beiden verheugden zich weer op hun samenwerking waarbij Bert de zakenman was en Nick de creatieveling.
Nick kocht een mooi pak, schoenen, overhemden en een dure das. Nadat hij zijn stoppels had afgeschoren, liet hij een trendy kapper los op zijn lange haardos.
Toen de man klaar was met het knipwerk herkende hij zichzelf nauwelijks. De goede coup, het dure pak en de fraaie das stonden hem goed.
Blij dat zijn relatie met Bert weer goed was gekomen en met een vette bankrekening voelde het leven een stuk plezieriger aan.
Eerst een lange vakantie nemen of meteen aan de slag vroeg hij zich af. Samen met Bert of alleen de wereld intrekken? Het wist het nog niet. Na de persconferentie en de champagnepartij zou hij een beslissing nemen. Hij realiseerde zich dat hij 20 jaar geen dag vrij had genomen. Op een hartkwaal zat hij niet te wachten, hoewel zo keihard had hij nu ook weer niet gewerkt, het was meer continu relaxed doorgaan, weekend of geen weekend.
Gezien de motregen liet hij een taxi komen. In de auto dacht hij eraan om met zijn BMW motor door de Sahara te trekken of door Amerika. Al deze jeugddromen had hij opzij geschoven toen hij met Bert begon te werken. Een Bill Gates was hij niet geworden, maar de miljoenen die hij door een vrij eenvoudige vinding bij elkaar had gesprokkeld, gaven hem grote voldoening.
De taxi stopte voor het imposante gebouw van Eureka. Hij zag dat de fotografen al klaar stonden.
Tijdens de onderhandelingen had hij in spijkerbroek gelopen en droeg hij zijn lange haar in een staartje. Zoals hij er nu uitzag werd hij niet herkend. Hij moest inwendig lachen. Niemand had op zijn metamorfose gerekend. Zou hij het contract ook gekregen hebben als hij strak in het pak met zijn uitvinding was gekomen?
Nick liep achteloos door het zaaltje en observeerde de voorbereidingen. De directie werd nogal zenuwachtig. Hij spitste zijn oren en hoorde: God, dat joch is er nog niet. Automatisch zette hij zijn mobieltje op de opneemstand. Verbijsterd hoorde hij: we hebben die knaap mooi te grazen genomen met het contract. Je hebt het geld toch nog niet overgemaakt Albert?
Een bekende journalist liep naar de grote baas. Vlug schaarde hij zich bij het groepje en riep luid met geaffecteerde stem: ‘Zo Albert, ben jij te beroerd geweest om die 11 miljoen over te maken? Dat zullen de heren journalisten leuk vinden: Eureka probeert een slaatje te slaan uit de uitvinding van het jaar. Herken je die knaap niet? Trekken jullie eens een spijkerbroek aan en laat je baard staan, dan kan ik net zo over jullie spreken. Jullie zijn de losers, niet ik.’
Plotseling heerste er grote commotie. De fotografen begonnen als gekken plaatjes te schieten. Albert verschoot van kleur.
Nick keek de directiesecretaris met wie hij het contract had gemaakt strak aan. ‘Zo, ben jij ook eentje die onder de plak van oplichter Albert zit? Of is Kees de kwaaie pier?’
De journalisten smulden.
Gebruik maken van de situatie, schoot door zijn hoofd.
Een van de journalisten schoot op Nick af. Hij hield de microfoon zowat in zijn mond.
‘Als iedereen gaat zitten, dan zal ik rustig vertellen wat er aan de hand is. De directie heeft geen poot om op te staan, want ik nam de woorden van Kees aan Albert op.’
Triomfantelijk toonde hij zijn smartphone. ‘Zo nu gaan we spijkers met koppen slaan. Iedereen weet waarom we hier zijn, maar dat ze mij de 11 miljoen door de neus willen boren weten de persmuskieten niet. Dit bedrijf is rot. Ze komen hun contracten niet na. Morgen merken jullie dit wel op de beurs. Met mijn vinding konden jullie schatten verdienen en ik heb me voor een magere 11 miljoen laten vangen. Regel het maar met de journalisten. Ik hou het hier voor gezien.’
Nick draaide zich om, hij zag Bert in de deuropening staan. Bert blokkeerde de uitgang toen hij wilde weglopen. ‘Nick, je moet blijven om dit dit zwart op wit te laten zetten,’ siste hij.
De bodes hadden van de directie opdracht gekregen om de deuren te sluiten. Niemand mocht het vertrek in of uit.
Nick knikte en liep op de directie af. Albert en Kees gedroegen zich plotseling erg slijmerig. Kees wilde meteen een cheque van 11 miljoen uitschrijven.
Bert nam het woord. ‘Is deze cheque wel gedekt? Jullie kunnen het beter meteen elektronisch overmaken zodat mijnheer zijn rekening ter plekke kan controleren. Is jullie bedrijf wel solvabel? Waarom hebben jullie dat bedrag niet eerder overgemaakt? Dachten jullie met een sukkel te maken te hebben? Ik ben trouwens de zakelijke adviseur van mijnheer.’
Nick knikte. ‘Ja, meteen elektronisch overmaken dat lijkt me een beter idee. Ik heb jullie fatsoen onderschat.’
Er werd driftig geconfereerd.
‘God, hiervan krijg je dorst,’ liet Nick zich ontvallen.
‘Ik zou maar niets drinken, stel dat ze jou willen vergiftigen. Er is om minder gemoord,’ zei Bert schamper.
De journalisten werden met de fotografen naar een ander vertrek gedirigeerd, waar ze een acte van geheimhouding moesten tekenen. De stemming was gedrukt.
De champagnepartij was met de beste wil van de wereld niet meer feestelijk te noemen. Voor de vorm en omdat er foto’s in de krant zouden komen, stond Nick met een glas in zijn hand naast de baas van Eureka. Beiden keken ernstig. Tot Nick’s ergernis zou de buitenwereld onkundig blijven over de voorafgaande commotie.
De volgende ochtend stond de telefoon niet stil. Nick’s ouders en vrienden waren zelfs een beetje beledigd. ‘Had jij ons niet kunnen uitnodigen?’ hoorde hij van alle kanten.
Nick had nog geen krant gezien, maar toen hij het internet op ging, zag hij al gauw zijn eigen foto. Het artikel dat de journalist had geschreven was neutraal, op het saaie af.
Hij merkte dat hij honger had. Na de presentatie had hij niets gegeten. Hij keek in de ijskast waar alleen een oude fles Campari stond. Zijn woede zakte weg, maar het gevoel van Euforie van verdwenen. Even later belde Bert. ‘Zeg partner, met 11 miljoen kan jij het wel een tijdje uitzingen. Wat dacht je ervan om eerst op vakantie te gaan. Zullen we met jouw motor gaan of nemen we mijn cabrio?’
‘Ik wil eerst goed uit eten. Wat dacht je van De Garage?’
‘Zit altijd vol, moet je reserveren, maar nu jij miljonair bent… je klinkt zo mat, is er iets?’
‘Nou, ik vind het een afgang hoe de journalisten door de druk van die stomme Albert bezweken zijn.’
‘Nick ik bel die tent wel. Ik kom jou over een half uur ophalen. Strak in het pak?’
‘Oké.’
Vanuit zijn raam zag hij Bert al aankomen. Parkeren was uitgesloten. Hij liep naar beneden en stapte in de cabrio.
‘En? Kon je nog iets reserveren?’
Bert trok zijn lippen samen en zei niets.
‘Nou?’
‘Wacht maar af.’
Ze stapten uit. Bert liep naar de portier en gaf hem de sleutel van zijn auto. De man tikte aan zijn pet en blies op een fluitje. Een jonge knul kwam meteen tevoorschijn en pakte de autosleutel. Ze gingen naar binnen. Bert had zich voor deze gelegenheid ook in een pak gehesen.
Ze werden naar een tafeltje geleid. Nick zag dat er nog een stoel stond, al was hiervoor niet gedekt.
‘Wat…’
Enkele mensen begonnen te klappen toen ze Nick herkenden.
Ze zaten net toen er een man binnenkwam die meteen op hem af kwam.
‘Jonkers, journalist van het Financieel dagblad. Uw partner Bert heeft mij het een en ander verteld, maar ik hoor graag uw versie.’
Nick gaf Bert een schop onder tafel.
Jonkers gaf Nick een stevige hand. ‘Tja, mijn collegae moesten iets ondertekenen, maar dat geldt niet voor mij. Ik hoor graag uw versie, al heeft uw vriend mij al het nodige verteld. Heeft u het opgenomen gesprek nog?’
Nick keek de veertige jarige journalist ernstig aan. De man haalde een notitieboek tevoorschijn. Ondertussen stond de ober klaar om de bestelling op te nemen.
‘Gaat u rustig door, stoort u zich niet aan mij,’ sprak Jonkers.
Nick pakte zijn telefoon, legde die op tafel en bekeek de kaart.
Hij knikte goedkeurend naar het menu, keek Bert even aan, die een kort knikje gaf.
‘Twee keer het menu en een goede fles wijn. Geeft u de wijnkaart maar. Mijnheer Jonkers, drinkt u een glas mee?’
Jonkers knikte en was al aan het schrijven.
Nick viel bijna van zijn stoel toen Bert Jonkers een contract voorhield. Bert gaf hem weer een schop.
Na het voortreffelijke maal reden ze in de cabrio naar huis.
‘Wat heb jij ins hemelsnaam met die Jonkers bekokstoofd?’
‘Hij mag een artikel publiceren over ons en hij krijgt het alleen recht om over onze komende reis met de motor door Afrika te schrijven. Hotels en zo, allemaal betaald door zijn krant.’
Nick schaterde zo hard dat de mensen waar ze langs reden verschrikt opkeken.
‘Toch niet weer 11 miljoen zeker?’
‘Nee, maar wel 11.000 en daarvan ga ik nu een mooie motor kopen.’

Advertisement

fragment EEN DAGBOEK ALS ERFENIS

18 Friday Mar 2016

Posted by annemarieenters in Uncategorized

≈ 1 Comment

‘Shit, even bellen,’ riep Adriaan.
Buiten, voor het bekende Amsterdamse café Eijlders kreeg hij zijn vader aan de lijn. ‘Pap, ik las net je bericht. Wil je dat ik nu kom?’
‘Nee jongen, blijf maar bij je vrienden. Ik zie je morgen wel.’
‘Liefs aan mams.’ Met samengeperste lippen liep hij het café weer in. Zijn getrouwde vrienden waren al naar huis. Na luid gebral zette een van zijn clubgenoten het lied hij leve hoog in. Jaap, recent een bypass achter de rug, wilde hem op zijn schouders door de bruine kroeg te dragen, maar zag er toch vanaf. Ontnuchterd bekeek Adriaan het groepje half zatte vrienden uit zijn studietijd. Met een paar lui had hij nog op de lagere school gezeten.
Jaap begon met dubbele tong: ‘Zo kerel… nieuwe vriendin aan de lijn?’
Adriaan bromde iets onverstaanbaars.
‘Zeg, kan het een beetje vrolijker? Je bent vandaag veertig jaar man, dan begint het leven.’
Adriaan knikte kort.
‘Op naar de honderd,’ bralde Bert die zich in het gesprek mengde.
Jaap gaf hem een klap op zijn schouder. ‘Honderd, haal ik toch niet. Nog 10 jaar. Mooi genoeg.’
‘Drink dan minder,’ zei Adriaan korzelig.
‘Ik leef liever intens en kort dan 100 jaar als een sukkel.’ schreeuwde hij terug.
De barman pakte het vette geknoopte touw om de grote koperen scheepsbel te luiden, een teken dat hij wilde sluiten.
‘Hoeveel?’ vroeg Adriaan de uitbater.
‘Moet ik nog uitrekenen mijnheer. Ongeveer vierhonderd.’
Adriaan pakte zijn portefeuille en pulkte er acht biljetten uit. ‘Alsjeblieft, ik hoor wel of je nog meer van me krijgt. Laat anders maar zitten.’
‘Dank u mijnheer.’
Hij zag de barman berustend kijken hoe zijn vrienden zijn café uit waggelden. Adriaan liep richting Leidseplein, waar twee chauffeurs onder het genot van een sigaret met elkaar stonden te kletsen.
‘Taxi mijnheer?’ vroeg een van hen routinematig.
Adriaan knikte en stapte in. ‘Beethovenstraat 72.’
Beide chauffeurs gooiden hun sigaret bijna tegelijk op de grond en drukten de deze draaiend met hun voet uit. Net ballet vond Adriaan.
Hij ontspande zich op de achterbank. Het beeld van zijn grootvader verscheen op zijn netvlies. Dat hij uitgerekend op mijn veertigste verjaardag moest sterven. Wat had opa ook weer gezegd? Als ik er niet meer ben, erf jij mijn dagboek. Laat dit nooit in vreemde handen komen. De informatie heb ik in code verwerkt. Ik hoop dat je mijn taak overneemt. Je zult het dan niet slecht hebben. Wees voorzichtig jongen en vertrouw niemand.
Nu was het later. Grootvaders woorden echoden in zijn hoofd.
Als kind maakte hij met zijn grootvader lange wandelingen. We gaan op zoek naar een schat, zei opa dan. Vooral op het strand vonden ze altijd wel iets; een mooi stukje hout, een prachtig afgesleten steen of een gave schelp. De kleine jongen in hem, placht zijn grootmoeder te zeggen als ze weer met hun vondsten thuis kwamen. Hij herinnerde zich opa’s woorden: mensen houden ervan om iets te verbergen. Wat zou in opa’s dagboek staan dat zo belangrijk was? Meer dan dat het iets met de oorlog te maken had, wist Adriaan niet. Wie weet kon hij morgen dit geheim ontsluieren.
De taxi stopte. Hij voelde het gemeenschappelijk cadeau, een iPad waardebon, nog in zijn zak zitten. Blij dat er een leuning was, pakte hij deze om de trap naar zijn appartement op te lopen. Zijn voetstappen weerkaatsten hol en eenzaam in het trappenhuis. In zijn zitkamer trok hij zijn jasje uit en smeet het op de bank. ‘Wat een troep,’ sprak hij tot zichzelf en sloot de deur. Ook in zijn slaapkamer was het een puinhoop. Toen Margaret nog bij hem woonde zag de flat er netter uit. Ze hield niet van rommel en vond het maar niets dat hij zijn ‘schatten’ koesterde. Natuurlijk was het niet opa’s schuld dat zijn relatie uit elkaar gespat was.
Snel dook hij zijn bed in. Binnen de minuut sliep hij.
De volgende ochtend werd hij vroeg wakker met een band om zijn hoofd, een dikke tong en een rauwe keel. Het idee dat hij over twee weken hoogst waarschijnlijk in Nigeria zou zitten, bezorgde hem nog meer hoofdpijn. Hij gooide een Alka Seltzer in een glas water en keek hoe het water begon te bruisen. Onder de douche dacht hij terug aan Canada. Vijf jaar werken aan het bouwen van een olieraffinaderij. Heerlijk had hij het daar gevonden. Bijna elk weekend skiën. Nu wilde zijn baas dat hij dit werk in Nigeria ging doen, een land waar zijn maatschappij liever geen mensen heen zond die getrouwd waren of een vaste relatie hadden. Weigeren, zou zijn carrière niet ten goede komen. Grootvader had in een tijd geleefd waarin het nog mogelijk was om op avontuur te gaan. Graag zou hij met hem hebben willen ruilen. Jammer, maar het zat er helaas voor hem niet in. De vraag hoe opa dat, zonder vaste baan, had klaargespeeld liet hem niet los.
Tijdens het afdrogen dacht hij aan Margaret. Ze had sinds haar vertrek naar New York niets meer van zich laten horen. Vijf jaar geleden, net na terugkomst uit Canada, ontmoette hij haar op een verjaarsfeestje. Liefde op het eerste gezicht. Ze trok al snel bij hem in. Een jaar geleden gingen ze elkaar steeds meer irriteren. Het begon over een kleinigheid: de steentjes, schelpen en stukjes wrakhout die hij samen met zijn grootvader had gevonden die te pronk stonden in een grote glazen cilinder midden op de schouw in de zitkamer. Margaret vond dat de cilinder niet paste in het interieur dat zij voor ogen had. De kreten jongensachtig en waardeloze troepjes sneden door zijn ziel. Na de nodige woorden, stond de volle cilinder op een hoek van zijn bureau, al verried haar blik dat ze zijn schatten liever in een kast had zien verdwijnen. Vlak voordat zij naar Amerika vertrok, waar ze een felbegeerde baan kon krijgen, liep hun relatie op de klippen.
In een boxershort liep hij naar de zitkamer en wierp een blik op de cilinder met vondsten tijdens de strandwandelingen met opa, die nu weer een ereplaats op de schouw had.
Na een kritische blik op de inhoud van zijn ijskast, mikte hij het gekreukelde ranzige pakje boter in de vuilnisbak, pakte een aangebroken pak sinaasappelsap en dronk dit staande leeg. Terwijl zijn computer opstartte zocht hij in de freezer naar croissants. Bijkopen, sprak hij tot zichzelf en deed de laatste croissant in de oven.
In zijn in-box las hij enkele verjaarswensen. Snel scrolde hij de berichten door. Verder las hij niets schokkends.
De croissant! Hij brandde zijn hand aan de oven. Vloekend hield hij zijn hand onder de koude kraan. Lopend at hij de croissant en trok een canvas tas onder zijn bed vandaan, groot genoeg voor zijn zwarte pak.
Na alle drank besloot hij zijn auto te laten staan, want om samen met opa begraven te worden zag hij niet zitten, al zou het misschien in de kosten schelen dacht hij gniffelend.
Moest hij een bloemstuk bestellen of zou hij dat samen met zijn zusje doen? Wie weet wilde zijn tweeling zusje Muriëlle hem meehelpen om zijn flat uit te mesten. Enfin, eerst naar Overveen en daarna zou hij wel zien.
De bestelde taxi stond binnen de tien minuten voor de deur.
‘Overveen Terhoffstedeweg. Weet u waar die is?’
‘Is dat niet in de buurt van de Zeeweg?’
‘Ja, bijna aan het eind, richting Bloemendaalseweg.’
Adriaan sloot zijn ogen, leunde achterover en liet zich heerlijk rijden. Zijn gedachten waren bij zijn grootvader. Ondanks het leeftijdsverschil konden ze het prima met elkaar vinden. Grootmoeder was tien jaar geleden overleden. Hierna zorgde Dina, de trouwe huishoudster, voor hem. Greetje, de werkster, nu bijna tachtig, probeerde het grote huis schoon te houden en toen Dina reuma in haar handen kreeg, nam Greetje ook het koken voor haar rekening. Opa wilde niet naar een bejaardenflat. Dat is mijn dood, zei hij wanneer zijn ouders daarover begonnen. Zou paps zijn huis erven?
De taxi reed door Halfweg. Adriaan snoof en rook dat de bietencampagne nog niet was begonnen. Na Haarlem kwamen ze op de Julianalaan waar de huizen ook al een miljoen moesten opbrengen. Ze leken veel kleiner dan vroeger, maar toen fietste hij nog.
Voor het huis van grootvader stonden de nodige auto’s. Vaders grote Jaguar, de Mini van zijn tante, de Jeep Cherokee van zijn oom en twee kleine auto’s van zijn neefjes, die ook al in de twintig waren.
De chauffeur noemde het bedrag dat Adriaan al op de meter had zien staan.
‘Hou de rest maar.’ Hij stopte de man een biljet toe en liep met de weekendtas over het grindpad naar de voordeur. Zijn moeder deed open. Ze zag er voor haar 65 nog prima uit. Zoals altijd droeg ze een haarband in het licht naar binnen gekrulde schouderlange haar. Mijn stormband, noemde ze die.
Ze omhelsden elkaar. ‘Je grootvader zou de honderd ze graag gehaald hebben. Ach, omdat hij niet meer kon reizen was de dood voor hem een zegen.’
Adriaan knikte begrijpend. ‘Was het gauw afgelopen mam?’
‘Ja lieverd. Tot het laatst was hij helder. Hij wilde jou nog feliciteren na je werk… rond zes uur kreeg hij de eerste beroerte, hierop volgde een tweede en daarna… Greetje was bij hem. Ze belde ons meteen, maar wij kwamen helaas te laat. Hij heeft gelukkig niet geleden.’
Zijn moeder gaf hem een arm. ‘Hoe was je feestje?’
Hij lachte schamper. ‘Och, je kent het wel. De getrouwde kerels gingen vrij vroeg naar huis. De rest bleef plakken en dronk zoals altijd teveel.’
‘En je baan? Moet jij niet binnenkort naar Nigeria?’ vroeg ze bezorgd.
‘Ja, maar daar heb ik weinig zin in.’ Adriaan perste zijn lippen tot een smalle spleet.
‘Ga dan niet! Ik weet zeker dat grootvader jou goed in zijn testament heeft bedeeld. Je was zijn oogappel.’
‘Ik weet het mam, maar zoveel zit er denk ik niet in dat ik mijn baan kan opzeggen.’
Hij zag haar naar de dichte deur van de zitkamer kijken voordat ze zacht zei: ‘Dat moet je niet zeggen jongen. Hij had een speciaal geheim spaarpotje!’

mijn vernieuwde website is ook met WordPress gemaakt!

12 Saturday Mar 2016

Posted by annemarieenters in Uncategorized

≈ Leave a comment

Nog in wording, maar al te bekijken op: http://www.annemarieenters.be

 

DE BUTLER, mijn nieuwste korte verhaal

01 Tuesday Mar 2016

Posted by annemarieenters in Uncategorized

≈ 2 Comments

http://www.woordenstroom.org/html/annemarie_enters__8_.html

De achtste keer dat een van mijn verhalen de eindstreep van de prozawedstrijd heeft gehaald!

Recent Posts

  • HET DIERENPENSION
  • Koken met de Franse slag
  • VERHUIZEN NAAR BOYANA
  • EEN ONVERWACHT PAKJE
  • STRIJD

Recent Comments

annemarieenters on Leuke verrassing! NEERGEKNALD…
Femmy Fijten on Leuke verrassing! NEERGEKNALD…
Mijn romantische kor… on Heel Nederland Schrijft beoord…
Mijn romantische kor… on HET INTERVIEW
Mijn romantische kor… on HET SCHOT fragment

Archives

  • February 2022
  • January 2022
  • April 2021
  • November 2020
  • December 2019
  • May 2019
  • April 2019
  • March 2019
  • February 2019
  • January 2019
  • October 2018
  • August 2018
  • July 2018
  • May 2018
  • April 2018
  • March 2018
  • February 2018
  • January 2018
  • December 2017
  • November 2017
  • September 2017
  • August 2017
  • July 2017
  • June 2017
  • May 2017
  • April 2017
  • March 2017
  • February 2017
  • January 2017
  • December 2016
  • November 2016
  • October 2016
  • September 2016
  • August 2016
  • July 2016
  • June 2016
  • May 2016
  • April 2016
  • March 2016
  • February 2016
  • December 2015
  • January 2015
  • May 2014
  • November 2013
  • September 2013
  • February 2013
  • December 2012
  • October 2012

Categories

  • Uncategorized

Meta

  • Register
  • Log in
  • Entries feed
  • Comments feed
  • WordPress.com

Create a free website or blog at WordPress.com.

Privacy & Cookies: This site uses cookies. By continuing to use this website, you agree to their use.
To find out more, including how to control cookies, see here: Cookie Policy
  • Follow Following
    • Annemarie Enters
    • Already have a WordPress.com account? Log in now.
    • Annemarie Enters
    • Customize
    • Follow Following
    • Sign up
    • Log in
    • Report this content
    • View site in Reader
    • Manage subscriptions
    • Collapse this bar