• RECENTLY PUBLISHED

Annemarie Enters

~ PUBLISHING, WRITING, PIANO, PORCELAIN PAINTING, PHOTOGRAPHY

Annemarie Enters

Monthly Archives: October 2016

HET SCHOT fragment

08 Saturday Oct 2016

Posted by annemarieenters in Uncategorized

≈ 1 Comment

In de verte rommelde het plotseling harder. Onwillekeurig schoot de schietpartij mij weer te binnen. Ik wilde de avond niet laten vergallen door deze nare herinnering en besteedde mijn aandacht aan het lakken van mijn nagels. Nu nog een beetje parfum.
Met mijn autosleutels in mijn hand hoorde ik een auto toeteren.
Machteld en Berthil stonden met ronkende motor voor de deur. Machteld opende het raampje. ‘Annabelle, wil je meerijden naar Gwen? Ik probeerde je al eerder te bellen, maar je nam niet op. Berthil speelt vanavond voor Bob. We halen Peter ook nog even op.’
‘Graag, zet mij maar voor de volgende keer als Bob op de lijst.’
Ik sloeg een grote zwarte dunne kasjmier shawl om, sloot de voordeur af en stapte voorzichtig achterin.

Peter stond buiten klaar. Hij ging naast mij zitten, gaf mij een vluchtige kus en zei: ‘Zo Annabelle, je ziet er prima uit. Nieuw wat je aanhebt?’
’Ja, net gekocht, dank je.’
‘Gelukkig hebben we allemaal een goede baan, zodat we niet op een dubbeltje hoeven te kijken,’ zei Machteld licht geaffecteerd.
Het was een klein half uur rijden naar de straat waar ik tijdens mijn huwelijk had gewoond.
Gwen en Gordon kochten dit pand 9 jaar geleden. Deze ouderwetse villa met een rieten dak was nog gebouwd door de ouders van een van mijn vriendinnen. De oude mensen konden de moed niet meer opbrengen om het te onderhouden. Na een grondige opknapbeurt, was de villa nu een plaatje. De stijl aan de buitenkant was behouden. Gwen had de tuin uitstekend onderhanden genomen en in een beschutte hoek, niet te zien vanaf de weg, was een zwembad gekomen, compleet met een zomerkeuken.
Op de oprijlaan stonden al een paar auto’s. Een bolide trok mijn aandacht; een gloednieuwe Bentley cabriolet.
‘Zeg van wie is die dure bak,’ zei Peter, ‘vast van een nieuwe ster aan Gwens firmament.’
Gwen verzamelde, zoals ze dat zelf noemde, interessante personen. Door haar werk als succesvol interieur decoratrice kende ze ontzettend veel mensen, al voldeed lang niet iedereen aan haar maatstaven om uitgenodigd te worden. Gwen was kort van stuk. Ze had rossig kort haar dat ze perfect liet föhnen. Ze praatte graag en ze was dol op de aandacht die ze kreeg. Haar vrolijke levendige karakter vroeg gewoon om vaak vrienden te ontvangen. Echtgenoot Gordon was een beer van een vent. Hij sprak lijzig. Zijn pakken liet hij in Londen maken en door de uitstekende snit, leek zijn omgang een maat minder.
De ingehuurde butler Augustino deed open. Deze Portugees kende het klappen van de zweep. Als de majordomus bij een ambassadeur, diende hij in zijn vrije tijd op feesten en partijen.
Ik had hem op een andere partij in Wassenaar zien dienen en zijn telefoonnummer  gevraagd. Nu serveerde hij in ook in het circuit van Aerdenhout.
‘Zo Augustino, alles goed met je dochter? Krijgen we vanavond weer jouw zalige hapjes?’
Hij glom. ’U ziet er vanavond betoverend uit, mevrouw.’
Ik gaf hem een kneepje in zijn arm en liep op het geroezemoes af.
Gwen kwam mij met uitgestrekte armen tegemoet. ‘Annabelle… fijn om je te zien. Nieuw wat je aan hebt? Uitstekende keus. Staat je goed. Kom, dan stel ik je voor aan Frederic. Hij is psycholoog, je weet wel, de man die met zijn bestseller Mijn relatie, mijn leven op de televisie is geweest. Dit is echt een man voor jou.’
Ik zag een knappe man die druk stond te praten. De mensen hingen aan zijn lippen. Plotseling werd er hard gelachen. Een populaire man die niets weg had van een serieuze zielenknijper.
Gwen pakte mij bij de arm. ‘Frederic, dit is Annabelle. Je moet haar beslist leren kennen.’
Op het moment dat hij mijn hand pakte, voelde ik een elektrische schok.
Frederic keek mij met een vlaag van herkenning aan.
Niemand leek iets gemerkt te hebben. Hij werd al weer in beslag genomen door een lange magere vrouw en Gordon gaf Gwen een seintje met opgeheven whiskyglas.
Ik pijnigde mijn hersens af. Deze Frederic kwam mij ergens zo bekend voor, maar ik wist zeker dat ik hem nog niet eerder ontmoet had.
Gwen had al diverse keren geprobeerd om mij te koppelen.  Haar woorden echoden in mijn hoofd. ‘Je bent nu 7 jaar alleen. Om zonder partner oud te worden is niet leuk hoor.’
Frederic leek mij een populaire man.
Onwillekeurig dacht ik terug naar de tijd dat ik tijdens mijn huwelijk met Arthur in het huis hiernaast had gewoond. Ons huwelijk werd een flop. Arthur was populair en erg aantrekkelijk. Zoals iedereen al voorspelde: een knappe man heb je nooit alleen, gebeurde ook. Thuiszitten wachten terwijl Arthur de hort op ging, hield ik 7 jaar vol. Elke keer dezelfde verhalen aanhoren dat het slippertje niets voorstelde en maar lippenstift uit zijn overhemd halen was geen goede basis om aan kinderen te beginnen. Arthur zag een scheiding eerst niet zitten. Hij vond het wel gemakkelijk om een vrouw te hebben die hem opving als hij weer eens te veel had gedronken. De scheiding werd netjes geregeld. Ieder had een goed inkomen, zodat er over centen niet werd gezeurd. We verkochten het mooie huis. Arthur trok naar Amsterdam maar ik wilde buiten blijven wonen. Bloemendaal was voor mijn werk in Haarlem een aantrekkelijke plek. Het lag net iets verder van Aerdenhout en bovendien kon ik snel naar zee als ik zin had om uit te waaien. Via een bevriende makelaar, kocht ik een aantrekkelijk huis. Voor één persoon was het pand aan de grote kant, maar de sfeer beviel mij zo goed, dat ik meteen toehapte. Bouwkundig hoefde er nauwelijks iets aan gedaan te worden. Met een ander kleurenschema, een kwestie van verfwerk, kwam het opknappen binnen een maand klaar. De kleine tuin, met een beschut terras, kon ik gemakkelijk onderhouden.
Door beider drukke werkzaamheden, was van kinderen niets van gekomen. Arthur vond ze maar lastig en ik wist eigenlijk zelf niet wat ik wilde. Kwam dat omdat iets uit mijn jeugd mij dwarszat? Na het scheidingstrauma verwerkt te hebben, had ik verschillende vrienden. Eerst genoot ik van mijn vrijheid en vond ik alle aandacht spannend, maar al gauw ontdekte ik bij de meeste heren trekjes die niet bevielen. Niemand was perfect, maar ik wilde toch proberen om zonder te veel irritaties een relatie op te bouwen.

Ik voelde Frederic naast mij staan.
‘Zo, stond jij te filosoferen?’ begon hij, ‘Gwen vertelde het nodige over jou. Ze zei dat ik jou beslist moet leren kennen.’
‘Zo, moet dat?’ sprak ik pinnig, zonder hem aan te kijken.
‘Je bent een hele mooie vrouw, wist je dat?’ ging hij door, ‘intelligent, gevoelig en spiritueel. Zoveel zijn daar niet van.’
‘Wil je mij verlegen maken? Dan moet je vroeger opstaan.’
Ik liep weg van hem, want zijn aanpak irriteerde mij, hoewel ik ook weer niet ongevoelig was voor zijn complimenten. Zijn aanwezigheid verwarde mij en ik begreep mijn eigen reactie niet. Zo bits gedroeg ik mij nooit. Frederic was een aantrekkelijke man, al bracht zijn nabijheid vreemd genoeg die nare herinnering boven.
Augustino kwam aanzetten met een schaal heerlijke hapjes. De man kon echt alles, zoals hij eens heel open, zonder valse bescheidenheid had gezegd. Zijn borrelhappen die hij voor elke partij in de keuken van de gastvrouw maakte, waren niet alleen zalig, maar zagen er ook uit als kleine kunstwerkjes. De toastjes met zalmtartaar en de rolletjes met scampi’s lokten mij toe.
‘Voordat uw lievelingshapjes op zijn, neemt u er maar twee,’ zei hij met een knipoog. Met in iedere hand een hap, raakte ik al gauw in gesprek met Peter. Een aardige vent, bij wie ik mij helemaal op mijn gemak voelde. De merkbare spanning toen ik met Frederic sprak, ontbrak bij hem. Peter werkte in het zelfde grote gebouw, waar mijn PR kantoor was. Hij verdiende zijn kost als architect; een totaal andere discipline. Zoals altijd droeg hij een vlinderdasje. Hij zag mij wel zitten, maar hij wist dat de vonken tussen ons niet oversprongen. Af en toe aten we samen een hapje en daar bleef het bij.
Ik voelde dat Frederic telkens mijn kant uitkeek.
Gwen had zich dit keer erg uitgesloofd. Na de cocktail kregen we een diner.
Ik liep de eetkamer in om haar beeldig met een antiek kanten kleed gedekte tafel te bewonderen. Het zilver glom en blonk. Op de mooi gekalligrafeerde naamkaartjes zag ik dat Gwen mij naast Frederic had gezet. Frederic met een ‘c’.
Ik liep terug om haar uit een gesprek los te weken. ‘Gwen, kan je mij niet een andere plaats geven? Frederic lijkt me een arrogante vlerk.’
‘Daar vergis jij je in. Hij is erg verlegen… als hij niet in het spotlight staat is hij ontzettend aardig… geef hem een kans… als ik na het voorgerecht niet gelijk heb, kan je altijd met mij van plaats wisselen, maar dan zit je wel naast Peter.’
‘Oké, ik waag het erop.’
Frederic stond naast mij. ‘Zo, durf je echt naast mij te zitten? Bang dat ik jou ga analyseren?’
‘Ik geef je één kans.’ Ik keek in de spiegel of mijn haar nog goed zat.
‘Je haar zit perfect hoor. Kom, we mogen al aan tafel.’
Hoffelijk schoof hij mijn stoel aan.
Na het originele voorgerecht, geroosterde groenten met een forel mousse, bleek Frederic erg mee te vallen. Gwen had geen woord teveel gezegd. Ik begon hem zelfs leuk te vinden. Hij was, charmant en zeer onderhoudend.
Een paar keer raakte mijn blote arm zijn jasje De stof voelde prettig aan. Prima kwaliteit, vast niet uit het rek bij C&A. Ik gniffelde. Frederic keek mij onderzoekend aan. Met mijn kin omhoog vroeg ik: ‘Zo, kan je ook zien wat je patiënten denken?’
‘Ik zie jou niet als patiënt.’
‘Hoe dan? Als slachtoffer?’ Ik kon zichzelf wel slaan, dat ik dit eruit had geflapt, maar het scheen Frederic niet te deren. Tijdens het dessert spraken we weinig, maar bij de koffie was het ijs weer helemaal gebroken. Ik merkte dat ik hem graag weer wilde ontmoeten.

‘Mag ik je thuisbrengen?’ vroeg hij met een charmant verlegen lachje toen de eerste gasten zich opmaakten om te vertrekken.
‘Graag.’ Mijn hart klopte in mijn keel en ik voelde mij een puber.
‘Waar kan ik jou droppen? Ik hoorde van Gwen dat jij nu in Bloemendaal woont. Dat kan ik zo vinden, maar je moet mij wel uitleggen hoe ik het laatste stuk moet rijden.’
‘Prima, ik zal je de weg wijzen.’
Bij het afscheid zei ik tegen Berthil en Machteld dat ik niet met hen mee zou terugrijden. Peter hoorde dit ook en keek mij veelzeggend aan, een blik die ik wijselijk negeerde.
Gwen nam mij even apart. ’Frederic is voor jou bestemd. Geniet ervan.’
Frederic hield het portier van zijn Bentley open en keek zorgzaam of mijn shawl niet tussen de deur kon komen. We reden zwijgend naar Bloemendaal. Ik genoot van zijn nabijheid en het deerde niet dat hij geen woord sprak.
‘Deze weg uitrijden en daarna naar links,’ zei ik toen hij in de buurt van mijn huis kwam. Frederic knikte alleen maar.
‘Hier is het.’
Frederic stopte voor de deur. ’Wat een gezellig huis… heb je dit pandje al lang?’
‘Ongeveer zeven jaar. Na mijn scheiding kon ik dit kopen en het bevalt mij hier prima. Vertelde Gwen jou dat we vroeger buren waren?’
‘Nee, daarover zei ze niets… mis je je oude buurtje niet?’
Zonder een antwoord af te wachten, stapte hij uit, hield de deur voor mij open en liep mee naar de voordeur.
‘Zo nu weet ik dat je veilig thuis bent. Goedenacht Annabelle, ik heb van je gezelschap genoten.’
Weg was hij. Geen hand, geen kus… Vreemd, maar wel zo goed, want om meteen met hem het bed in te duiken, wilde ik niet. Die tijd was voorbij. Voor hem blijkbaar ook. Wie weet is hij getrouwd en was zijn vrouw ziek. Wat wist ik eigenlijk over hem, behalve dat hij een succesvolle psycholoog was?
Hij zag er goed uit, lang en slank. Zijn blonde haar werd al een beetje grijs. Zijn zwierige gedrag kon plotseling in verlegenheid veranderen, maar verder was hij zonder meer charmant. Ik was te moe om hem te Googelen.

Overmorgen moest er weer hard gewerkt worden, want ik verdiende mijn uitstekende salaris niet met luieren. Na het verwijderen van mijn make-up smeerde ik mijn gezicht in met nachtcrème. Vervolgens deed ik het raam dicht, want vannacht wilde ik niet gewekt worden door geklepper.
In bed kon ik niet in slaap komen door het weerlicht dat bijna onophoudelijk tekeer ging. Al was het bloedheet, ik begon te rillen toen ik mij die schietpartij weer herinnerde. Vreemd dat de kranten hiervan nooit melding hadden gemaakt. Ik zag de scene weer voor mij.

In Berlijn wachtte Sjoerd, de baas van de Berlijnse vestiging mijn op.
‘Zo schoonheid, je ziet er prima uit. Iemand ontmoet?’
Ik lachte een beetje en maakte mij er met een handgebaar van af. Sjoerd keek op zijn horloge.
‘We kunnen nog een hapje nemen voordat je voor de leeuwen wordt geworpen.’
‘Is het zo erg?’
‘Welnee. Ik heb je tekst al doorgekregen. Ziet er prima uit.’
‘Hoeveel mensen hebben ingetekend?’
‘De zaal zit vol hoor, reken op 200 man.’
Ik knikte. ‘Vragen?’
‘Lijkt me beter van niet. Het is volkomen duidelijk en we moeten het onze klanten ook niet te gemakkelijk voorschotelen. Straks kunnen ze het spul zelf maken.’

Na mijn presentatie had ik even tijd om rustig bij te praten.
‘Annabelle, ik ben zo gelukkig. Ik kan je aanraden om ook in het huwelijksbootje te stappen. Ik zie aan de blik in je ogen dat je vast verliefd bent, of heb ik dat mis?’
We kenden elkaar goed, zodat ik hem over Frederic vertelde.
‘Nou zeg, een vent die jou niet eens kust, daar is vast iets mis mee. Je weet dat al die psychologen dit vak gaan studeren omdat ze zelf ergens mee zitten. Ik zou maar uitkijken, wie weet heeft hij een moord op zijn geweten.’
Ik vond die opmerking helemaal niet leuk en Sjoerd zag dat.
‘Trek het je niet aan, het was maar een grapje. Goed, nu over tot de orde van de dag. Kom je vanavond bij ons thuis eten? Trouwens jouw presentatie was top. Ik zal dat aan het hoofdkantoor doorgeven en dan merk je het wel aan je bonus.’
‘Fijn, dank je. Ik kom graag. Woon je nog steeds in je oude huis? Trok je vrouw bij jou in of kochten jullie iets nieuws?’
‘Nee, ze woont bij mij. Ze heeft de verfkwast door een bekende creatieveling ter hand laten nemen. Nu is het hele huis wit. Het ziet er veel groter uit. Mijn antiek ging eruit want ze is helemaal idolaat van modern design. Ik moest even wennen, maar de Charles Eames stoelen zitten beslist beter dan mijn oude spullen.’
‘Hoe laat kan ik komen?’
‘Je weet dat voor jou geen tijd geldt, je bent altijd welkom. Mijn nieuwe vrouw heet trouwens Angela. Niets meenemen hoor. We eten een eenvoudig hapje. Koken is niet haar sterkste kant.’

In het Hilton hotel liet ik het bad vollopen. Mijn mobieltje trilde. Sjoerd had het thuisfront in Haarlem al ingelicht. Ik glimlachte om het compliment van mijn baas en scrolde door op andere berichten. Tot mijn teleurstelling zag ik geen berichtje van Frederic.

Terug in Bloemendaal, bekeek ik mijn antwoordapparaat. Geen bericht van Frederic…
Ach, ik had toch geen tijd om met hem uit te gaan, want over drie dagen moest ik naar Londen.
Na Londen, had ik het qua reizen even rustig. Over een week moest ik naar New York, waarvoor ik het nodige aan het uitzoeken was. Ik zat daarvoor thuis in mijn oude jeans met uitgeschopte schoenen achter mijn laptop met een glas wijn, toen de voordeurbel ging.
Frederic stond met een verlegen lachje voor de deur.
‘Kom binnen, wil je ook een glas wijn? Ik ben druk aan het werk, maar een korte pauze kan ik best inlassen.’
Frederic liep de kamer in. Hij keek rond. ’Wat heb jij een smaak zeg, mijn complimenten. Ik kom niet vaak in zo’n warm nest.’
‘Dank je. Ik wil niet graag in een mortuarium thuiskomen.’
‘Ik wilde je weer zien,’ zei hij eenvoudig.
Terwijl ik een glas voor hem uit de kast haalde, pakte hij de openstaande fles om eerst mijn glas bij te schenken.
‘Fijn, je voelt je hier al thuis.’
Hij ging daar niet op in.
‘Cheers,’ zei hij, waarna hij in gedachten voor zich uit staarde.
‘Woon je hier in de buurt?’
‘Nee, ik heb een huis in Amsterdam. De Apollolaan, jou vast wel bekend.’
‘Is dat wel veilig? Ik hoorde dat veel mensen daar niet meer willen wonen, want het wemelt daar van de boefjes.’
‘Zeg maar gerust harde criminelen. Ik zit vlak bij het Hilton hotel. Erg gemakkelijk. Ze verzorgen mijn was en ik kan daar altijd een hapje eten.’
‘Heb jij geen liefhebbende echtgenote?’
Hij keek mij peinzend aan. Een tijdje zei hij niets.
‘Wil je een knabbeltje erbij? Ik kan een ei bakken, want meer heb ik niet in huis. Ik ben net terug van Berlijn en Londen. Over een week moet ik alweer naar New York.’
‘Een ei is prima, maar ik wil je niet van je werk houden.’
Ik liep naar de keuken. Even later kwam hij achter mij aan.
‘Kan ik iets voor je doen?’
‘Pak maar twee borden uit de kast. Wil je toast? Ik heb alleen bruin brood. Zoute boter?’
De boter begon al bruin te worden. Ik brak de eitjes en vroeg of hij de dooier heel wilde hebben.
‘Graag, zal ik de boterhammen in je rooster doen?’
Zo begon onze relatie…
Frederic was geen echte praatjesmaker. Hij hield zich liever rustig, maar daarmee kon hij zijn boek niet promoten. Zodra hij in het spotlight stond, draaide hij een knop om en dan speelde hij de rol van populaire succesvolle psycholoog met verve. Hij gedroeg zich deze eerste avond bij mij thuis voorbeeldig. Bescheiden, geïnteresseerd en behulpzaam.
‘Vertel eens iets meer over jezelf,’ begon ik.
‘Meestal is het omgekeerd en moet ik alle verhalen aanhoren,’ zei hij lachend.
‘Krijg je er nooit genoeg van om de naar ellende van anderen te moeten luisteren, of wordt dat gecompenseerd door je dure rekeningen?’
Hierop was hij even afgebluft, maar al gauw schaterde hij het uit.
‘Annabel, je bent adorabel. Ik kan je wel kussen.’
Maar hij deed dat niet. Hij is toch niet gay?
De vrienden die ik de laatste jaren thuis had uitgenodigd, gedroegen zich geen van allen zo afstandelijk.
Frederic bedankte voor de lekkere spiegeleieren. Nadat hij zijn bord in de keuken had gezet, zei hij dat hij weer moest opstappen.
Ik zwaaide hem uit en ging daarna weer aan de slag.
In bed vroeg ik mij af of hij ergens mee zat, maar wat?
Druk, druk, druk had ik het, zodat de gedachte aan Frederic op de achtergrond raakte.
Na de presentatie in New York stond hij tot mijn verrassing in de aankomsthal van Schiphol.
‘Ik heb naar je aankomst bij je bedrijf geïnformeerd,’ zei hij schaapachtig.
‘Knap van jou, dat je mij hebt gevonden, want ik ben in deze drukte al diverse keren iemand misgelopen.’
Hij gaf hierop geen commentaar. In plaats van naar mijn huis te rijden, reed hij door naar zijn eigen bedoening in Amsterdam. ‘Ik wil je graag naar mijn huis meenemen. Vind je het erg? Kan je die tijd missen?’
‘Mijn baas verwacht mij toch niet met een jetlag op kantoor.’
Hij deed de voordeur open. ‘Ik ben bang dat jij dit een mortuarium zult vinden.’
Daar leek het wel op. Steriel wit.
‘Heb je praktijk aan huis? Komen hier alle gekken en gestoorden? Sorry, dat flapte ik eruit. Ik bedoel natuurlijk de minder labiele mensen en mensen met grote problemen. Kan jij deze allemaal oplossen?’
‘Ik doe mijn best.’
‘Ik weet nog erg weinig over die succesvolle Frederic met zijn mooie auto.’
’Ik ben geloof ik bezig om verliefd op jou te worden.’
Frederic kwam achter mij staan. Hij legde zijn handen op mijn schouders en trok mij naar zich toe. Ik leunde tegen hem aan.
Plotseling ging de telefoon. Frederic liet mij los.
Ik had de andere kant in hem ontdekt, de verlegen kleine jongen. Wie was de echte Frederic?
Wordt vervolgd….

Advertisement

DE MAN VAN KAMER 467

06 Thursday Oct 2016

Posted by annemarieenters in Uncategorized

≈ Leave a comment

kleine-badkamer-spiegel

Het groene jasje schuurde tegen haar wang.
‘Sorry miss,’ zei de piccolo.
Veronica snoof.
Die doordringende geur…
Er ging een rilling door haar lichaam. Ze voelde dat ze moest plassen.
Boris droeg zulke jasjes. Zou hij in Londen zijn?
De piccolo liep met de bagagekar naar de lift van het Park Lane hotel. Ze keek de kar na met het bungelende jasje aan de koperen boog en siste:  ‘Onhandig personeel.’
Maurice stak de rekening in zijn zak en keek op zijn horloge. ‘We hebben alle tijd voordat ons vliegtuig vertrekt.’
Veronica knikte. ‘Dan kan ik nog even naar onze badkamer. Let jij op mijn beautycase?’
Maurice knikte en zuchtte. De bediende achter de balie keek meewarig.
‘Vrouwen…,’ hoorde ze Maurice mompelen toen ze naar de lift liep.
De lift was bezet. Veronica nam de trap. Ze rende naar de vierde etage. Welke kamer was het ook weer 467 of 469? De deur van kamer 467 stond op een kier. Opgelucht dat ze de elektronische kaart niet hoefde te gebruiken liep ze snel door naar de badkamer. Tot haar verbazing was deze al schoongemaakt. Op de wc kromp ze van angst in elkaar. Ze trok door, bette haar gezicht met koud water en waste haar handen. Om te kijken of ze niets vergeten had, wierp ze nog even een blik in de kamer en zag het groene jasje hangen. Voor het bed werd gemeen en stil gevochten.
Snel deed ze een pas terug in de badkamer. Ze hoorde een rochelend geluid en daarna een plof. In de spiegel zag ze een gedrongen man met verbeten trekken naar de koffer kijken. Hij rende er vandoor met het mes in zijn hand.
Ze keek om de hoek en zag de koffer met losgesneden voering op het bed liggen. Ze strekte haar hals en schrok toen ze punt van een schoen zag. Ze deed een stap naar voren en zag dat iemand met schoen en al tussen de muur en het bed op de grond lag. Boris. De plas bloed rond de steekwond werd groter en zoog weg in de vaste vloerbedekking.
Hij leefde nog en probeerde iets zeggen. Ze zakte op haar knieën en hield haar oor bij zijn mond.
‘De ster,’ fluisterde hij in het Russisch terwijl een straaltje bloed uit zijn mond liep. Langzaam ging zijn hand naar zijn vestzak. Hij zakte al weg. Zijn haar was nu grijs en zijn koolzwarte ogen hadden hun intensiteit verloren.
Met twee vingers voelde ze in zijn hals en ontdekte geen polsslag. Voorzichtig, om zo weinig mogelijk sporen achter te laten, bevoelde zij de vestzak. Met de punt van haar blouse om haar vingers, maakte ze voorzichtig een knoopje van zijn vest los en haalde de USB-stick uit het geheime vestvakje. Ze stak de stick in haar BH en stond op.
In de badkamer pakte de ze kleine handdoek die ze gebruikt had en poetste haar vingerafdrukken van de kranen, de wc bril en de knop van het doortrekmechanisme. Wat had ze nog meer aangeraakt? Haar oude training deed haar automatisch handelen en toen ze in de spiegel keek, leek het even of ze haar oude gezicht weer zag. Donker haar, uitstekende jukbeenderen en bruine ogen. Nu droeg ze blauwe contactlenzen en na de plastische chirurgie, waarbij de stand van haar ogen veranderd was, had ze blond haar. Ze poetste de deurkruk en nam de handdoek mee om die ergens te kunnen achterlaten. Op de gang zag ze iemand gehaast uit een kamer zonder nummer, waarschijnlijk de linnenkamer, weglopen. De man liep langs de lift en rende de trap af.
De lift stond nog stil op de vierde etage. Blijkbaar had iemand hem geblokkeerd. Ze liep snel de trap af en kon zich nog net achter een pilaar verbergen toen ze zag dat de man zich wilde omdraaien. Een schuin lopende snee lichtte tussen zijn haar op toen hij zijn hoofd naar beneden boog. Ze propte de handdoek in tussen haar rokband.

Maurice stond ongeduldig op haar te wachten.
‘De lift kwam niet en toen ben ik maar gaan lopen,’ zei ze ademloos.
‘De taxi staat al voor,’ zei Maurice kort.
‘Ik kom al,’ zei ze en pakte haar beautycase.
De achterklep van de taxi stond nog open.
‘Deze hou ik bij me,’ zei ze tegen de taxichauffeur.
Maurice keek korzelig toen hij merkte dat het verkeer vast zat. ‘We moeten ons vliegtuig wel halen.’
De chauffeur zei berustend: ‘Alle tijd mijnheer, het zit alleen dit stuk vast.’
De man bleek gelijk te hebben.
Ze hadden nog ruim een uur voordat het vliegtuig zou vertrekken.
‘Heerlijk dan kan ik nog in de taxfree winkels kijken,’ zei Veronica.
Maurice liep op de krantenstandaard af om de laatste edities te bekijken.
Veronica dook een pashokje in, haalde de handdoek tevoorschijn en propte die onder een taboeret.
Maurice wenkte ongeduldig. Waar bleef je, scheen hij met zijn lippen te zeggen.
Ze haalde haar schouders op en liep naar hem toe.
Door een ongeduldige ambtenaar werd ze achteraan de rij gezet.
‘Dit is mijn man,’ zei ze tot de politieman, maar deze antwoordde: ‘Niets mee te maken, ieder op zijn beurt.’
Baldadig ging ze achter een pilaar zitten.
De politie was gauw klaar met Maurice. Hij liep naar haar toe. ‘Grote commotie. Blijkbaar is de vent die in de kamer naast ons boekte zojuist vermoord. Kamer 467. Ze ondervragen iedereen.’
‘Je zei kamer 467, de kamer naast de onze?’
‘Ja, blijkbaar zijn we net de dans ontsprongen. Het moet gebeurd zijn toen wij achter de balie stonden om te betalen.’
Ze kreunde.
‘Zeg, heb jij niets gezien? Zag jij misschien de moordenaar weglopen? Jij ging toch naar onze kamer?’ Hij keek haar onderzoekend aan.
‘Wie is vermoord?’ wist ze met aangeleerde beheersing te vragen.
‘De Russische minister van oorlog,’ maar dat mag niemand weten.
‘Was hij niet vroeger hoofd van de geheime dienst?’ liet ze zich ontvallen.
Maurice keek haar verbaasd aan.
‘Ik lees ook kranten hoor,’ zei ze een beetje gepikeerd. Haar adem stokte. Hoe wist Maurice dat het Boris was die neergeschoten was? Een ijskoude hand sloot om haar hart. Zat ze nog steeds in het web van de geheime dienst verstrikt en had ze onbewust van kamp gewisseld?
Hoeveel moeite had het haar niet gekost om uit het netwerk van Boris te kunnen ontsnappen.
Dure en pijnlijke operaties hadden haar veel geld gekost. Ze had zich jaren moeten verbergen tot de littekens geheeld waren.
Toen Maurice op haar pad kwam, had ze voor zekerheid gekozen. Een huwelijk bood haar die en ze deed erg haar best om een goede echtgenote te zijn. Zou de moordenaar nu op zoek zijn naar haar? Al was de Berlijnse muur jaren geleden gevallen, in Rusland bleven bepaalde mensen de touwtjes in handen houden.

Zestien was ze. De jongste rekruut. Dochter van een generaal. Vader had liever weer een zoon gehad en voedde haar met haar oudere broer Anton na de dood van haar moeder ook zo op. Oom Yuri en oom Boris waren al snel onder de indruk van haar intelligentie en moedigden haar vader aan om haar naar de speciale school te sturen. In dit instituut werd jong talent omgevormd tot een automaat. Blindelings gehoorzamen stond boven aan op de lijst van de inlichtingendienst, de GRU en de KGB.
Blij dat ze van haar gemene broertje bevrijd was, deed ze erg haar best.
Accentloos leerde ze haar talen. Naast Engels, Frans en Duits, sprak ze al gauw vloeiend Fins en een beetje Chinees.
Eugeny, de jonge knappe instructeur, de enige persoon die een beetje aardig tegen haar was, leerde haar schieten.
Verbijsterd over haar vorderingen, meldde Eugeny deze, niet wetende dat ze al vanaf haar zesde jaar dagelijks met haar vaders dienstpistool had geschoten.
Op haar zeventiende werd ze voor het eerst ingezet.
Ze moest zich voordoen als een meisje van dertien, compleet met vlechten en kinderachtige kleren, waaronder sokjes en platte schoenen. Ze kreeg een pop in haar handen geduwd en moest daarmee over straat lopen. Nadat ze een bepaalde route twee weken lang had gelopen, waarbij ze iedereen vriendelijk goedendag moest knikken, vond Boris dat ze voldoende getraind was om voor een onschuldig meisje te kunnen doorgaan.
‘Morgen is het zover Valery, Jij gaat ons vaderland een goede dienst kunnen bewijzen en dat wil je toch?’ zei oom Boris.
Ze had gehoorzaam geknikt.
‘Ga naar Eugeny en neem de pop mee.’
Ze had zich te oud gevoeld voor een pop. Met zestien was ze heimelijk verliefd op Eugeny en het stak haar dat hij geen oog voor haar had.
Andere meisjes van haar leeftijd kregen al les in verleidingstechniek en mochten zich geraffineerd opmaken, maar zij moest zich als een kind van dertien gedragen.
Haar leeftijdsgenootjes plaagden haar en lachten. ‘Je bent nog helemaal plat.’ Ze lieten hun goed gevormde borsten zien die ze verleidelijk streelden.
‘Wacht maar, straks ben ik knapper dan jullie allemaal bij elkaar,’ gilde ze boos.
Boris keek tevreden. ‘Jouw ongerepte uiterlijk is een groot voordeel. Heus je wordt straks ook ouder en dan kunnen we jou niet meer als kind inzetten. Nu ben jij de meest geschikte persoon die deze belangrijke opdracht te kunnen vervullen, vergeet dat niet. Als alles goed gaat, krijgt je de hoogste medaille.’
‘En als het niet goed gaat?’ had ze uitdagend gevraagd.
Boris sloeg zijn ogen neer.
‘Dan ben ik zeker dood,’ had ze koel gezegd.
Die medaille kon haar op dat moment niets schelen, maar ze hield zich aan haar opdracht, want ze wist dat ze geen keus had. De pop voelde een stuk zwaarder aan toen ze hem weer in handen kreeg. Eugeny toonde haar de opening waar het pistool zat verborgen en na enkele keren oefenen, lukte het haar om het wapen razendsnel uit de pop te halen.
‘Je loopt weer de weg van school en je belt aan op de Pushkin Ulitsa nummer 34. Morgen heeft het personeel vrij en dan zal Petrov zelf opendoen. Vraag vriendelijk om een glas water. Daarna weet je wat er van jou verwacht wordt. Stop het wapen weer in de pop en loop fluitend naar huis.’
‘En het geluid?’ had ze gevraagd.
‘De kleine geluidsdemper zal zijn werk doen.’
Ze keek sceptisch.
‘Zelf gemaakt,’ zei Eugeny trots.
De volgende dag lagen de zelfde kleren weer klaar. Toen ze zich wilde aankleden, kwam Ivana, de kleedster haar helpen. Ook Boris kwam het vertrek in en ze zag hem zijn lippen aflikken toen ze naakt voor hem stond.
Ze voelde zich kwetsbaar en zijn wellust maakte haar bang.
Boris kon het niet nalaten om haar borsten te strelen. Hij knikte goedkeurend. Ivana negeerde hem en bromde iets van handen thuis ouwe.
Ivana trok een extra strak hemd over haar beginnende borsten. ‘Zie zo, voor de zekerheid maken we ze even plat.’
De kleedster trok haar rok recht, haalde haar sokken op en begon haar haar strak te vlechten. Aan het eind van de vlechten deed Ivana twee rode strikken. Ze pakte haar make-updoos, die ze haar toverdoos noemde. Vakkundig maakte ze enkele sproeten rond haar neus, liep een pas achteruit en bewonderde haar werk.
‘Perfect 13,’ riep Boris.
Nu was de viezerik dood.

Maurice haalde haar uit haar dagdroom.
‘Kom, ik heb een boot naar het vaste land geregeld. Ik moet op tijd zijn. We hebben door die misdaad ons vliegtuig gemist.’
Maurice liep naar een bagagekluis en gebaarde dat ze haar beautycase niet zou kunnen meenemen.
‘Even iets pakken,’ zei ze en pakte een speciaal tasje dat er uitzag alsof het voor make-up bestemd was. Ze propte het snel in haar handtas.
Maurice liep al naar een deur waar uitsluitend personeel op stond. Haar twijfel over Maurice’ werkelijke identiteit groeide met de minuut. Zou hij vermoeden wie ze werkelijk was?
Ze had hem ontmoet in New York, waar hij zich in een duur hotel als Fransman voorstelde. Hij was spreker op een congres en zij werkte daar als fotografe.
Omdat ze haar talen sprak, was ze aan de slag gekomen bij een groot PR bureau dat congressen organiseerde en daarvoor wisselend personeel aantrok. Prima om anoniem te blijven.
Toen de vaste fotograaf een ongeval had gekregen, werd haar gevraagd om zijn taak over te nemen. Gelukkig kon ze prima met fotoapparatuur overweg.
In haar strakke mantelpak had ze al vaker kerels achter zich aan gehad, maar Maurice was anders. Hij gaf haar een handkus en nodigde haar uit voor een souper. Al gauw vertelde hij dat hij een assistente nodig had, met wie hij gezien kon worden. Hij was onder de indruk van haar erudiete kennis, haar discretie en haar schoonheid. Ze liep al weer tegen de veertig.
Maurice was vijf jaar ouder. Hij beweerde in de directie van een think-tank te zitten, een discrete onderneming die wereld problemen probeerde op te lossen. Elk jaar moest hij daarvoor naar Davos en met haar aan zijn zijde, zag hij dat wel zitten. Eigenlijk had hij haar nooit gevraagd hoe zij er wel over dacht om een relatie met hem aan te gaan. Hij vond het vanzelfsprekend dat zij zou toehappen.
In Davos was de Russische geheime dienst nog niet doorgedrongen merkte ze, al herkende ze daar sommige bodyguards. Tot nu toe had niemand gemerkt dat Veronica, de vrouw van Maurice eigenlijk Valery Oblova was. Met een totaal andere houding en het kunststukje van de plastische chirurg was ze een ander mens geworden.
Maurice hielde de deur ongeduldig voor haar open. Hij gebaarde dat ze hem moest volgen. Ze zag een scooter klaar staan waarop twee helmen lagen. Met haar rok opgestroopt klom ze met helm op achterop. Hij stoof weg.
Via kleine weggetjes reden ze door vriendelijke dorpjes richting zuid, naar de kust. Ze had een fotografisch geheugen voor landkaarten en vermoedde dat in een van de vele havenplaatsjes een speedboot zou klaarliggen. Ze gokte op Hastings Dover. Hier speelde het getij mee. Zou Maurice hiermee rekening hebben gehouden? Ze zag namen van de plaatsen voorbij vliegen en merkte dat Maurice de grote autoweg vermeed.
Tijdens de rit dacht ze weer aan hun relatie. Voor haar huwelijk had ze haar valse papieren aan Maurice gegeven. Zou hij deze hebben nageplozen? Binnen de kortst mogelijke keren had ze een nieuw Frans paspoort gekregen waarop haar meisjesnaam Veronica Bates, echtgenote van Maurice Legras stond.
De Franse kennissen van Maurice noemden haar al gauw Veronique.
Echte vrienden leek hij niet te hebben. Familieleden had ze nog niet ontmoet. ‘Mijn ouders kwamen om tijdens een zeilcruise,’ was zijn enige commentaar als ze hem er na vroeg. Hij had nooit over zijn ouderlijk huis gesproken, maar vroeg evenmin naar haar achtergrond.
In bed kwam ze niets te kort. Ze assisteerde hem bij zijn werk, zorgde voor de inkopen en had de vrije hand gekregen om zijn royale Parijse appartement te mogen decoreren. Ze wist feilloos wat hij mooi vond, zodat ook daarover nooit woorden werden vuilgemaakt.
Echt kennen, deed ze hem niet en af en toe vroeg ze zich af of ze zichzelf wel kende.

Ze hield haar hand op haar borst en voelde dat de geheugenstick nog in haar bh zat. De ster, had Boris gefluisterd. Zou hij haar herkend hebben? Wilde hij dat zij deze stick zou meenemen? De vraag waarom Boris vermoord was, bleef haar bezig houden. Ze botste tegen Maurice aan toen hij abrupt stopte. Hij keek haar even vragend aan. Hij wees naar een speedboot van de kustwacht. Hij begon al te rennen en verwachtte van haar dat zij dit ook zou doen. Hij trok haar ruw aan boord en liep meteen naar de stuurhut. Hij startte de boot. Woedende kerels renden al op de boot af.
Maurice voer met een verbeten gezicht op hoge snelheid weg. Hij keek af en toe achterom. Plotseling zag ze een helikopter op het schip afkomen.
‘Maurice, een heli,’ schreeuwde ze. Maurice pakte een pistool uit zijn broekband, gaf haar het stuur en siste: ‘Hou de koers zuidoost aan.’
Maurice stond wijdbeens en richtte het pistool op de heli. Als uit het niets kwam er plotseling een speedboot opdagen. Maurice gaf haar een teken de snelheidshandel op nul te zetten.
De boot kwam langszij.
Maurice sprong aan boord van het andere schip.
Veronica pakte haar handtas en liep waggelend door de golfslag naar de reling. Ze dacht dat ze het niet zou redden en vervloekte haar strakke rok. Iemand wierp haar een touw toe. Snel deed ze het hengsel van haar tas over haar hoofd en schopte haar hoge hakken uit. Haar voeten raakten het water, maar ze kwam veilig aan boord.
Maurice bekeek haar niet eens. Ze voelde dat hij met iets bezig was dat haar niets aanging.
Ze kon zich nog net iets vastpakken toen het schip weg schoot.
Maurice gebaarde haar om zich zo klein mogelijk te maken. Verbaasd hoorde ze Maurice in het Russisch met de mannen praten. Het ging over de plannen van een geheim wapen dat de minister van oorlog bij zich zou hebben gehad.
‘Hebben jullie wel goed gekeken?’ hoorde ze Maurice gefrustreerd roepen.
Ze voelde het bloed uit haar gezicht trekken. Er kwam een schaduw over haar heen. De speedboot was een kanaal met overhangende bomen ingevaren.
De heli kon hen nu niet meer zien.
De speedboot verminderde snelheid.
Als Maurice wist zat zij…
De boot dobberde dicht tegen de kant. Maurice stond te telefoneren. Ze opende haar handtas en pakte het kleine voorwerp. Ze sprong uit de boot en haalde net de kant. Vlug wierp ze de detonator in de boot en liet zich plat op de grond achter een boom vallen. Even zag ze het verbaasde gezicht van Maurice.
Meteen zette ze het op een lopen. Al gauw bloedden haar voeten. Ze concentreerde zich, zoals ze had geleerd en voelde de pijn niet. Ze trok haar knalrode mantelpak uit en pakte de flinterdunne zwarte rok plus blouse uit het make-up tasje. Ze veegde haar lippenstift weg en haalde haar opgestoken haar uit elkaar. Met een elastiekje bond ze dit achter in haar nek vast. Ze verborg haar kleren onder een hoop bladeren. Ze opende de rits in de rode ceintuur en haalde daar een aantal dollarbiljetten plus een oude identiteit kaart uit. Hiermee kon ze uit Engeland verdwijnen. In de stations kluis in Wenen had ze nog een flink bedrag liggen, voldoende om haar gezicht te laten oplappen. Voorzichtig bevoelde ze de grote snee op haar wang. Het bloedde nog. Opgelucht dat ze een bus stop zag, ging ze in het hokje zitten wachten.
De buschauffeur keek meewarig toen ze instapte.
‘Ruzie met je liefje?’
Ze mompelde iets, gaf de man enkele Engelse munten en ging zitten.
Na 20 minuten stopte de bus in een provincieplaatsje. Ze zocht de winkelstraat en kocht schoenen, jeans en trui. Bij een apotheek liet ze haar wond bekijken.
De apotheker ontsmette haar wang. ‘Dat moet gehecht worden.’
‘Hebben jullie pleisters, dan kan ik naar mijn broer. Hij is arts.’
‘Doe dat wel vandaag, anders wordt het een lelijk litteken.’

Twee dagen later kwam ze in Wenen aan. De wond deed behoorlijk pijn. Ze haalde een bedrag uit de kluis en belde de kliniek in Sint Petersburg die haar van Valery in Veronica had veranderd.
Ze was welkom en kocht een ticket naar Sint Petersburg.

De professor bekeek haar gezicht en klakte met zijn tong. ‘Dat zal geen sinecure zijn. De kans op wondkoorts…ik moet een adres van een naaste verwant hebben, voor het geval dat…’
Met tegenzin gaf ze de naam en adres van haar vader op.
Na een antibiotica kuur, kon de operatie over twee dagen plaats vinden.
In de kliniek zag ze in haar dromen het verbaasde gezicht van Maurice voor zich.
Ze verloor elk begrip van tijd. Vreemd, want dit had ze niet gemerkt bij de vorige operatie.
‘Zusje…’ zei Anton toen ze bijkwam.
Ze richtte zich verbaasd op. ‘Wat doe jij hier… hoe weet je… waar is papa?’
‘Hij werd te oud.’ Hij maakte een gebaar met zijn hand over zijn keel.
‘Schoft.’
Ze pakte een spiegel en trok het verband er af. Ze schrok.
‘Zo herkent niemand jou,’ zei Anton vals.
‘Je had het recht niet…’
Haar hand ging naar haar borsten… helemaal plat.
‘Kom het is tijd voor je medicijn.’ Ze ging rechtop zitten en hield Anton het glas voor. ‘Jij drinkt dit op.’
Hij wilde haar het glas afpakken.
Ze gooide de inhoud in zijn gezicht.
Het zuur beet zijn ogen weg. Hij lag kronkelend op de grond en kon niet meer praten.
Ze stapte het uit bed en zocht haar kleren. Ze zag het uniformjasje van Anton over een stoel hangen. Ze trok dit over haar eigen kleren aan. Voor ze het dichtknoopte, controleerde ze of zijn papieren en creditcard in de zakken zaten. Jammer van haar borsten en haar lange haar.
Met een zakdoek voor haar gezicht liep ze hoestend de gang op. Haastig stond een bewaker op.
‘De patiënt mag niet gestoord worden,’ zei ze met een zware stem.
De bediende tikte aan zijn pet. ‘Tot uw orders kolonel Oblov.’

Recent Posts

  • HET DIERENPENSION
  • Koken met de Franse slag
  • VERHUIZEN NAAR BOYANA
  • EEN ONVERWACHT PAKJE
  • STRIJD

Recent Comments

annemarieenters on Leuke verrassing! NEERGEKNALD…
Femmy Fijten on Leuke verrassing! NEERGEKNALD…
Mijn romantische kor… on Heel Nederland Schrijft beoord…
Mijn romantische kor… on HET INTERVIEW
Mijn romantische kor… on HET SCHOT fragment

Archives

  • February 2022
  • January 2022
  • April 2021
  • November 2020
  • December 2019
  • May 2019
  • April 2019
  • March 2019
  • February 2019
  • January 2019
  • October 2018
  • August 2018
  • July 2018
  • May 2018
  • April 2018
  • March 2018
  • February 2018
  • January 2018
  • December 2017
  • November 2017
  • September 2017
  • August 2017
  • July 2017
  • June 2017
  • May 2017
  • April 2017
  • March 2017
  • February 2017
  • January 2017
  • December 2016
  • November 2016
  • October 2016
  • September 2016
  • August 2016
  • July 2016
  • June 2016
  • May 2016
  • April 2016
  • March 2016
  • February 2016
  • December 2015
  • January 2015
  • May 2014
  • November 2013
  • September 2013
  • February 2013
  • December 2012
  • October 2012

Categories

  • Uncategorized

Meta

  • Register
  • Log in
  • Entries feed
  • Comments feed
  • WordPress.com

Create a free website or blog at WordPress.com.

Privacy & Cookies: This site uses cookies. By continuing to use this website, you agree to their use.
To find out more, including how to control cookies, see here: Cookie Policy
  • Follow Following
    • Annemarie Enters
    • Already have a WordPress.com account? Log in now.
    • Annemarie Enters
    • Customize
    • Follow Following
    • Sign up
    • Log in
    • Report this content
    • View site in Reader
    • Manage subscriptions
    • Collapse this bar
 

Loading Comments...