
‘Jan-Kees dat kan je mij niet aandoen!’
‘Sorry Samantha, ik…’
Samantha zag het aan zijn gezicht. Ze vloekte zacht. Op staande voet eruit! – mijnheer had zich overeten met zijn dure kantoor om indruk te maken op zijn louche clientèle, dus kon haar salaris er niet meer af. Zelf zat ze tot haar nek in de schulden. Voordat ze weer een goedbetaalde baan als advocate zou hebben, was ze een half jaar verder. Ze knikte kort naar Jan-Kees, wenste hem sterkte en maakte met geknepen lippen haar bureau leeg. Jan-Kees stond er schaapachtig bij. Zijn dure pak was gekreukeld en scheren had hij vanmorgen maar vergeten. Het succes van het grote geld was van korte duur geweest. Wijzend op de hoge rekeningen die meteen betaald werden had Jan-Kees vorige maand nog bezworen dat ze niets te vrezen had. Boos kwakte ze de sleutels van de lease BMW op zijn bureau en pakte haar spullen in de klaarstaande doos.
‘Sorry,’ zei hij zacht en hij hield de deur voor haar open toen ze met volle handen naar buiten stapte.
Met de belofte om binnenkort partner te worden, had ze de dure flat met een hoge hypotheek gekocht. Meteen verkopen? Dan moest ze de prijs flink laten zakken en weg was al haar spaargeld.
Ze liep de laatste meters met een steeds zwaarder wordende doos naar haar flat, griste de krant uit de brievenbus, smakte de doos in de hal, schopte haar schoenen uit en schonk zich een bel whisky in.
Ze plofte op de linnen taupekleurige designbank en pakte de telefoon. Met opgewekte tegenzin toetste ze het nummer van Harm, een succesvolle headhunter in. Wachtend op het doorverbinden met haar oude klasgenoot dronk ze het glas leeg.
Harm begon vrolijk: ‘Wat kan ik voor je doen schoonheid.’
Na haar vraag veranderde zijn toon. ‘Samantha, jij durft zeg. Eerst laat je mij stikken en nu je mij nodig hebt… Een baan, ha, ha, en wel meteen? Laat me niet lachen. Probeer een uitzendbureau. Ik kan je op de mailinglist zetten. Reken zeker op drie maanden.’
Korzelig antwoordde ze: ‘Prima, ik red me wel.’
Ze hing op en slikte. Stom om hem gedumpt te hebben. Hij had haar nog zo gewaarschuwd om zich niet met strafzaken te gaan bezighouden, maar ze had hem uitgelachen.
Op haar laptop bekeek ze haar banksaldo en schrok. Drie maanden geen centjes verdienen, kon echt niet. Grommend pakte ze de krant en bekeek de advertenties. Het vetgedrukte woord dringend en ook nog eens onderstreept trok haar aandacht. Na het lezen van de advertentie, stond ze op en liep peinzend door haar flat.
Koken op een Frans kasteel… drie maanden… kost en inwoning en een redelijk salaris. Wie weet kon ze haar flat verhuren nu de zomermaanden voor de deur stonden. Maar een kok? Voor een etentje met vrienden draaide ze haar hand niet om. Ze vouwde de krant met de advertentie naar boven. Beter eerst de uitzendbureaus gaan bellen.
Na een uur was haar moreel gezakt tot nul. Op een stom baantje als kassière, kinderoppas, hondenuitlaten of verkoopster zat ze niet te wachten. Met lood in haar schoenen las ze de advertentie uit Frankrijk nog eens door en zette haar laptop aan. Hun website loog er niet om. Een kasteeltje om verliefd op te worden met antiek ingerichte kamers; vier dubbele kamers en een eenpersoonskamer. Op het grote terrein lag een beschut zwembad met een pool house. Aantrekkelijke ligbedden noodden om je zo daarop te willen neervlijen. Op een kladje schreef ze enkele vragen in het Frans en draaide het nummer.
Een aardige stem vroeg haar beleefd naar een aantal vaardigheden.
Ja, ze sprak de moderne talen en koken kon ze als de beste. Haar hart sloeg een slag over toen ze dit gezegd had. Stom was ze niet en op internet zou ze vast goede recepten met de plaatselijke ingrediënten kunnen vinden, maakte ze zichzelf wijs.
Monsieur de Montigny vroeg haar e-mailadres en haar telefoonnummer en beloofde om snel iets te laten horen.
Meteen belde ze haar zusje om te vragen of zij haar flat zou kunnen verhuren, mocht dit baantje doorgaan.
‘Hemel Samantha…jij en koken… laat me niet lachen. Sta je zo met je rug tegen de muur?’
‘Heleen, mijn flat raak ik echt niet morgen kwijt en om eerlijk te zijn, ben ik blut.’
‘Rot voor je. Ik heb die vent voor wie jij werkte nooit gemogen. Veel te gladjes. Oké, ik zal mijn best doen.’
Ze zuchtte opgelucht, trok haar nette pak uit, hees zich in jeans en begon haar privéspullen op te ruimen. In de berging was nog een lege kast; prima om deze daar te stallen.
Telkens keek ze op haar horloge maar ze schrok toch toen haar telefoon rinkelde.
‘Oui? Morgen? Ik kan de nachttrein nemen… Ja, ik zag dat al op internet.’
Ze juichte hardop en draaide meteen het nummer van Heleen. Haar praktische zus begon: ‘Neem een eigen koksmes mee, dat staat professioneel. Ik kom zo wel naar je toe. Van een carnavalsfeest heb ik nog een koksoutfit.’
Gebroken van de nachttrein stapte ze uit de taxi. Met moeite herkende ze de foto van de website. Het kasteel kon best een verfje gebruiken. Met gemengde gevoelens zag ze de achterlichten van de taxi de oprijlaan afrijden.
Gewapend met de kokskleding en een eigen mes in haar bagage liep ze het bordes op.
De bel ging over, maar niemand kwam. Geïrriteerd keek ze op haar horloge. Elf uur. Ze had verteld dat ze met de nachttrein zou komen en tegen elven zou aankomen. Ze liet haar zware koffer staan en liep achterom.
Op het terras zaten vier jongemannen relaxed rond een grote tafel waarop een champagnekoeler prijkte.
‘Hallo, ik ben jullie nieuwe kok,’ riep ze de jongelui toe.
De oudste stond op ontkurkte de fles en bood haar met zwier een glas aan met de woorden: ‘Welkom, we zijn erg blij dat u meteen kon komen. Goede reis gehad? Ik ben Alain.’
Ze herkende de prettige stem van het telefoongesprek.
Hij wees op de anderen en zei: ‘Madame dit zijn mijn broers Bernard, Claude en Didier. U komt net op tijd en dat moet gevierd worden, want straks komen de eerste gasten; acht mensen. Ze bestelden een vijfgangenmenu.’
De jongens stonden op en gaven haar een hand.
Met het glas in haar hand stamelde ze: ‘U maakt een grapje…’
‘Nee, helemaal niet… De vorige kok die eh is… nou ja… u bent er nu toch. De ijskast is dacht ik vol. Kijk maar even. Morgen brood bakken en dan de lunch serveren. De gasten willen morgenavond ergens naartoe, dus dan is een klein hapje voldoende. U kijkt zo… ‘
‘Nou ja, ik had me dit anders voorgesteld. Eerst de voorraad bekijken en aan de hand daarvan samen het menu opstellen, zo deed ik dat in Nederland.’
‘Tja, Nederland, die gasten komen daarvandaan…’
Met grote moeite kreeg ze eruit: ‘Nou dan moet ik maar eens opschieten. Waar kan ik slapen? Laat u mij de keuken en de voorraad zien.’
Alain de Montigny maakte een gebaar dat ze moest blijven zitten en zei: ‘Oké, drink eerst maar rustig het glas leeg.’
‘De reiskosten… begon ze.’
‘Dat regelen we wel als de gasten betaald hebben. Hebt u bagage madame?’
‘Staat bij de voordeur.’
Alain pakte haar koffer op en ging haar voor.
De trap naar de zolder waar eens de meidenkamers waren, kraakte.
De kamer stonk muf, naar oud huis. Jaren niet gebruikt. Het verschoten bloemetjesbehang liet op sommige plaatsen los. Had de vorige kok een betere kamer? Ze trok een vies gezicht en wilde het raam opendoen.
‘Voorzichtig,’ waarschuwde hij – hij wees op een afgebroken scharnier.
Met lichte afkeer bekeek ze het vertrek. Op de bobbelige matras die uit 1800 leek te stammen, lagen lakens en handdoeken. Het sanitair bestond uit een brocante bidet op pootjes en een lampet kan. Ze bevoelde de matras en zei: ‘Zit het familiekapitaal er soms in?’
Alain streek peinzend met zijn hand door zijn donkerblonde haar.
‘Ik neem aan dat de gastenkamers beter zijn.’
Hij knikte, zette haar koffer met een plof op de grond en gebaarde dat ze mee kon komen.
Trots toonde hij de kamers en sloot zijn rondleiding af met: ‘Het sanitair heeft Claude aangelegd.’
Ze knikte en slikte de woorden duidelijk zichtbaar nog net in.
‘De foto’s van de website…’ begon ze.
‘Ach… de sfeer, typisch Frans… daar komen de gasten voor.’
‘Hebben jullie dit al lang?’
Alain knikte. ‘Ruim 200 jaar in de familie. Onze ouders kwamen recent om en…’ hij maakte een hulpeloos handgebaar.
‘Ik begrijp het. Jullie proberen ervan te leven.’
‘Ja, met een topkok, zoals u moet het lukken.’
Ze waren bij de keuken aangekomen. Een groot fornuis en een vieze magnetron.
‘Voorraad?’ vroeg ze.
Hij sloeg met zijn hand op zijn hoofd en mompelde iets van helemaal vergeten.
Op haar vraag: ‘Hoe laat wilt u dat het eten klaar is?’ keek Alain peinzend.
‘Ik veronderstel dat de gasten eerst een apéro krijgen?’
Hij knikte en mompelde: ‘goed, goed.’
Ze bekeek de aanwezige ingrediënten in de ijskast, spitte de keukenkastjes door en herhaalde als een mantra: ‘Een goede kok moet improviseren.’
De koude lamsbout rook nog goed en een ragout was zo gemaakt. Een torentje couscous uit een pak dat eigenlijk over de datum was, toonde heel aardig. Kazen waren er volop al verdacht ze de broers ervan dat ze hiermee – plus een slok uit de fraaie wijnkelder van wijlen papa – hun maag vulden.
Vruchtensla van fruit uit de tuin als dessert, overgoten met een flinke scheut Marc moest de maaltijd maar afsluiten.
Gekleed in de toneeloutfit, stond ze courgettes uit de tuin te snijden toen de jongste zoon snuivend de keuken in kwam. Hij bromde goedkeurend en tilde het deksel van de pan met ragout op en wilde met zijn vinger een lik nemen.
‘Ho, ho, dat gaat zo maar niet. Jullie willen toch geen zieke gasten? Wie dient? Wie wast af?’
‘Nou u toch?’
Ze draaide met haar ogen en ging met haar armen over elkaar voor hem staan. ‘Ik ben daarvoor niet ingehuurd. Ik kook, maar jullie doen de rest. De inkoop wil ik wel voor mijn rekening nemen, maar meestal werk ik met vaste leveranciers die de goederen afleveren. Hoe heet je ook alweer?’
‘Sorry, ik ben Didier. Ja, ziet u… eh we doen dit nog niet zo lang…’
‘Maar jullie hadden toch een kok? Is die vermoord of zo?’
Didier sloot zijn ogen. Samantha had het niet meer.
Ze begon: ‘Hebben jullie al veel gasten gehad? Hoe doen jullie dat met schoonmaken en de was?’
‘Eh… daar moeten we nog over denken.’
‘Maar jullie website zegt…’
Met: ‘ Ja, mooi is die hè?’ ontweek hij haar vraag.
Samantha schudde haar hoofd. ‘Hoeveel boekingen hebben jullie? Helemaal vol voor de zomermaanden?’
Hij knikte enthousiast.
‘Echt?’
‘Ja, Amerikanen, Engelsen, Duitsers en Russen en natuurlijk die Hollanders die straks komen.’
Ze liep naar het terras en begon tegen de jongens: ‘Ik wil even duidelijk zijn over de taakverdeling. Didier verwacht dat ik ook opdien, opruim en de afwas doe. Dat zijn we niet overeengekomen.’
Alain hield zijn hand op en zei: ‘Goed, dan doen wij dat wel.’
‘Nog iets, hebben jullie een schoonmaakster? Hoe doen jullie dat met de was?’
Bernard keek haar aan, krabde zich achter zijn oor en zei alleen: ‘Tja…’
‘Het gaat niet vanzelf hoor. Ik wil jullie best helpen.’
De rest van de middag gaf ze de jongens instructies. Als de bliksem werden haar suggesties, zoals het kopen van extra lakens en handdoeken plus zeepjes en shampoo van een goed merk, uitgevoerd. Verse bloemen uit de tuin sierden alle kamers en voor het ontbijt lagen de stokbroden al in de vriezer.
‘Fijn dat u als professional het overneemt,’ zei Bernard gniffelend, toen de eerste gasten het hek binnenreden.
Wat schrok ze toen ze de grote knalrode Bentley van Paul herkende.
Ze rende naar boven. Dat ze juist hem had verdedigd…
Na snel haar make-up te hebben verwijderd en met haar lange blonde haar onder de hoge koksmuts gepropt, kwam ze beneden.
Het water liep over haar rug, maar rond 8 uur stonden de fraai opgemaakte borden op de grote tafel. Met ludiek gedrapeerde sla uit de tuin leek het voorgerecht heel wat.
‘We hebben dan ook een topkok,’ hoorde ze Alain zeggen toen de laatste vuile borden op het aanrecht stonden.
Hij kwam de keuken in en zei: ‘Ze willen u zien.’
‘Zeg niet dat ik uit Nederland kom,’ smeekte ze.
Paul zat aan het hoofd van de tafel met zijn hand veel te hoog voor netjes op het dijbeen van een ordinaire blondine. De andere mannelijke gasten hadden ook een stoeipoes meegenomen. De tafel leek een slagveld. Ze trok haar mondhoeken op en liet het slappe applaus gelaten over zich heen komen.
Ze boog kort, draaide zich om en hoorde Paul zeggen: ‘Die meid lijkt sprekend op Samantha, de advocate die mij heeft vrijgepleit. Die troel moest eens weten…’
Ze voelde zich een sufferd. Natuurlijk had ze hem van meineed verdacht, maar Jan-Kees wilde dat ze alles op alles zou zetten om hem vrij te pleiten, de schoft…
Net toen ze de neiging kreeg om iets in zijn koffie te doen, kwam Claude de koffiekopjes halen. Didier boog zich zuchtend over de afwas. Samantha pakte een stuk kaas van het geplunderde plateau en vroeg aan Alain: ‘Het zijn mijn zaken niet, maar hebben jullie een creditcard machine?’
Hij schudde zijn hoofd.
‘Betalen jullie gasten contant? Gaan ze er nooit vandoor zonder betalen? Ik vraag dit omdat ik hier voor mijn broodje werk en ik dacht dat jullie…’
Didier wreef met de theedoek zijn nek droog en keek verlegen.
Alain ging op een punt van de tafel zitten en vroeg: ‘Mag ik Samantha zeggen?’
‘Natuurlijk.’
‘We hadden nooit gedacht…’
‘Bedoelen jullie dat dit zou gaan lopen?’
Alain knikte en schonk haar een glas in. De mannelijke gasten liepen luidruchtig sigaar rokend naar het zwembad. Door het open raam ving ze het een en ander op. Prima locatie. We blijven hier 14 dagen. Niemand weet dat we hier zijn. We bereiden alles voor. Geef die sloebers een voorschot, dat houdt ze rustig.
Samantha maakte een gebaar dat ze stil moesten zijn. Met haar hand achter een oor probeerde ze nog zoveel mogelijk op te vangen.
Alain boog zijn hoofd naar haar en keek vragend.
‘Criminelen,’ fluisterde ze terug.
Bernard deed het dressoir open en pakte een geweer. Ze pakte de loop beet en boog deze naar de grond.
‘Ben je raar… ze willen je een voorschot betalen, wacht dat eerst af.’
Hij knikte en borg het geweer op.
Na een week had ze het koken in haar vingers. De broers vroegen haar of ze in vaste dienst wilde komen.
‘Jongens, in de zomer komen de gasten wel, maar zonder verwarming…’
‘Een paar elektrische kacheltjes,’ begon Claude.
Ze schudde haar hoofd. ‘Bovendien heb ik nog een appeltje te schillen met mijn vroegere baas…’
Samantha keek de Bentley na. Een dagje Aix, had Alain gezegd. Ze trok Alain aan zijn jasje.
‘Heb je iets verdachts op de kamer van die kale gezien? Papieren? Een laptop?’
Hij trok zijn mondhoeken naar beneden en wenkte dat ze mee kon komen. Samen onderzochten ze de kamer.
Samantha zette Pauls laptop aan. Ze slaakte een kreet toen ze de correspondentie met Jan-Kees onder ogen kreeg. Alain keek mee en zei: ‘Je bent vast geen echte kok.’
Ze hield haar adem in en zei: ‘Nee, het spijt me dat ik hier onder valse voorwendsels ben gekomen. Ik ben advocate… werkeloos door … door hem.’
Boos wees ze op de correspondentie.
‘Ik herken het logo van justitie. Ik studeerde rechten. Toen kwamen mijn ouders om. We dachten dat ze er warmpjes bijzaten, maar hun banksaldo was nul.’
Ze trok haar lippen tot een smalle streep en zuchtte: ‘We zijn dus allebei blut. Gewoon doorgaan lijkt me het beste en zorg vooral dat ze betalen.’
Alain keer zorgelijk, krabde zich op zijn hoofd en zei zacht: ‘Als amateurs hebben we het zo slecht nog niet gedaan.’
Beiden schoten in de lach.
Van al dat staan in de keuken wilde ze even bijkomen en ze trok peinzend baantjes in het zwembad. De broers doken ook het water in en stelden haar allerlei vragen.
Samantha stapte het zwembad uit en sloeg een handdoek om. Ze hield haar hand op. ‘Niet door elkaar praten alsjeblieft.’
Zittend op de rand met haar vermoeide benen in het water bungelend, vertelde ze in het kort wat Paul had uitgespookt en waarom ze op de advertentie had gereflecteerd. Ze eindigde met: ‘Puur toeval dat die vent juist bij jullie logeert.’
‘We kunnen hem laten verdwijnen,’ zei Bernard en voegde meteen toe: ‘Grapje.’
‘Niets laten merken. Ik zal mijn best blijven doen en jullie helpen om een succes van jullie chambres d’hôtes te maken. Reuze rot dat jullie berooid zijn.’
‘We willen ons huis houden,’ zei Bernard.
‘Nergens iets te vinden?’
‘We hebben overal gezocht…’
Samantha keek Alain plotseling aan: ‘Herinner jij je nog wat ik zei toen jij mij mijn kamer toonde?’
‘Shit,’ siste hij en rende naar boven.
De broers volgden hem. Even later kwam een stralende Alain op haar af. Hij gaf haar spontaan een zoen en overhandigde haar een stapel bankbiljetten. ‘Je verdiende loon!’
‘Ik heb het met mijn eigen lichaam bewaakt,’ grapte ze.
‘We zijn uit de ellende,’ riep Claude en maakte met haar een rondedans.
‘Wat nu? Moet ik naar huis en spelen jullie niet meer chambres d’hôtes?’
Alain keek haar korzelig aan. ‘Natuurlijk niet! Ik hou mij aan het contract van drie maanden, wat dacht je. Kom dit moeten we vieren. We gaan vanavond uit eten.’
Drie maanden later belde een bruin verbrande Samantha bij Jan-Kees aan. Verbaasd vroeg hij haar binnen. ‘Je ziet er prima uit. Hoe was je vakantie?’
‘Zeer leerzaam, ja heel bijzonder, moet ik zeggen.’ Ze graaide in haar tas en overhandigde hem een dwangbevel, draaide zich om en zei koel: ‘Ik laat niet met me sollen.’
Gniffelend reed ze in haar oude auto naar huis.
In haar flat zaten de vier broers te wachten. Alain keek haar vragend aan.
Ze knikte. ‘Ja, hij was er en ik heb het afgegeven. Als hij dit heeft gelezen, ontploft hij.’
Ze schonk net koffie in, toen de bel ging. Claude keek naar buiten en zei: ‘Zoals verwacht… die rode Bentley… maak je geen zorgen, we staan ons mannetje. We hebben onze mobieltjes in de aanslag en…’
Alain gaf haar een duwtje. Trillen op haar benen deed ze open.
Paul keek haar vuil aan, duwde haar naar achteren, pakte haar ruw bij haar pols en stapte naar binnen. Hij trapte de deur dicht en begon dreigend: ‘Zo, laat jij niet met je sollen…? Nou ik ook niet. Je gaat eraan. Dacht ik het niet… kok spelen… knappe meid. Dat je mij gevonden hebt… Jan-Kees belde mij meteen. Dwangbevel… laat me niet lachen. Jij hebt mij vrijgepleit. Niemand weet dat je terug bent, dus…’
Hij draaide haar arm op haar rug en trok met zijn andere hand een pistool uit zijn broekriem.
Met de broers keek ze uit het raam toen de overvalwagen wegreed.
Ze wreef haar pols en zei zacht: ‘Fijn dat jullie er waren.’
Alain sloeg een arm om haar heen.
‘Zonder jou…’ begon Claude.
Gniffelend zei Didier: ‘En jij sliep op ons familiekapitaal…’
Samantha grinnikte.
‘Nu champagne!’ bromde Bernard. Alain schonk de glazen in en vroeg: ‘Wat wil je doen? Blijf je in Amsterdam tot de rechtszaak achter de rug is of ga je met ons mee?’
Bernard schonk nog eens in en zei: ‘Op je kookkunst, heel goed voor een amateurtje.’
Ze stak haar tong naar hem uit, hief het glas en zei: ‘Op maître Alain, dokter Bernard, ingenieur Claude, websitebouwer Didier en natuurlijk op de restauratie van jullie kasteel.’
‘Je vergeet ons,’ zei Alain en hij keek haar veelbetekenend aan.